Genoeg

‘Er is altijd overvloed bij Neriah’

Eenheid

‘Jullie werken en zijn echt een eenheid als team!’

Leerzaam

‘We kunnen veel van jullie leren’

Zorgzaam

‘Neriah vertelt mijn problemen niet aan anderen’

Krachtig

‘Jullie gebeden zijn krachtig’

Netjes

‘Jullie zijn altijd op tijd’